Verhaal van Ir. Frans Hautus, hoofdstuk 18.

Iets over het gebruik van de taal door de wetenschappers vanaf ±1500

met H2O als leidraad.

Waarom water als leidraad? Wel: water is voor het leven op deze planeet de belangrijkste stof die er is. Er kan wel leven zonder zuurstof (O2) zijn, het leven is volgens de deskundige zelfs hoogstwaarschijnlijk zonder zuurstof (=anaeroob) ontstaan, maar zonder water wordt leven, zoals wij het kennen, als onmogelijk beschouwd. 
Als er robots naar andere hemellichamen (maan, mars) worden gezonden om te zoeken of er leven is, zoeken ze meestal of er H2O is. Het liefst vindt men dan H2O in de vloeibare vorm maar ijs of waterdamp is ook al een feestje waard. 
Ook uit oude geschriften, vaak juridische processen, blijkt dat water al altijd veel aandacht heeft gehad al is het dan vaak als drink- of irrigatiewater. 
Toen de "moderne wetenschap" na ±1500 opkwam, ontwikkelde klassiek Grieks en Latijn zich als universeel communicatie middel tussen de geleerden in geheel Europa. 
Immers, men bestudeerde de klassieke Griekse geleerden en wijsgeren zoals Aristoteles, Archimedes etc. (vandaar de term " renaissance = wedergeboorte") en Latijn was de taal van de kerk. Bedenk, dat voor 1500 de kerk met het Latijn de grootste verbindende kracht in Europa was. Als b.v. het Engelse hof wilde communiceren met het Poolse hof was er bijna altijd een  kerkelijke gezagdrager als tolk en schrijver (secretaris= Lat. geheimschrijver) aanwezig. 
Hij immers beheerste het Latijn, de Europese "unitaal" der slimmeriken. Daarom was de kerk rond 1500 ook zo machtig.  Maar goed, vanaf 1500 begonnen geneesheren, cartografen, (makers van aardrijkskundige kaarten), wetenschappers, horoscooptrekkers etc. elkaar, behalve in het Latijn ook steeds meer in het Grieks te schrijven en werd de invloed van de kerk op het gebied van de communicatie langzaamaan minder. 
Zo b.v. water. Er werd ook toen al veel onderzoek aan water gedaan en er werd dus over geschreven (b.v. Gallileo 1612: Praten over dingen die op het water drijven). In  het Latijn is ,water = AQUA en dit woord vinden we terug in zaken zoals: De Romeinen bouwden aquaducten voor drinkwatertransport, een bak vol water met vissen = een aquarium, een waterverfschilderij = een aquarel en Aquarius staat in de dierenriem (zodiac) voor het sterrenbeeld waterman. 
In het klassiek Grieks geldt: water = HY'DOOR en van dit hy'door vinden we nu nog afleidingen zoals: Hydrogenium (waterstofgas, de scheikundigen schrijven H2 (2 moet iets lager staan)) Hydro-elektriciteit (elektriciteit opgewekt met vallend water, witte steenkool), Hydraulica (de leer van stromingen en drukken in water c.q. vloeistoffen), Hydraterend en dé-hydraterend (water inbrengend, bevochtigend en water onttrekkend, drogend), hydrofiel en hydrofoob (waterlievend, spons suiker en watervrezend, vet olie). 
Hydra
adwater (water ingebouwd in sommige zouten terwijl de stof kurkdroog lijkt b.v. gips) etc. etc.. Ook in de medische wereld komen zulke kreten nog steeds veelvuldig voor b.v hydropsie = waterzucht. Het woord Medicus komt trouwens weer uit het Latijn. Al voor 1500 waren er door de kerk beheerste Universiteiten (Surbonne Parijs ±1200, Oxford ± 1300) met vooral het bestuderen van de bijbel (Theologie = Godgeleerdheid). 
Gymnasia (oudste Nederland ±1250) werden beschouwd als voorschool voor de universiteit en er werd zowel Latijn als Grieks onderwezen. 
(Grieks gymnos = naakt, sportgebouw waar sport werd gedaan, in het bloodje, maar waar ook wijsgeren hun toehoorders vonden). 
Na Napoleon kwamen in Nederland de burgerscholen (±1860 HBS= hogere burger school) in zwang en hier werden geen klassieke talen meer onderwezen maar Europese dus Romaanse en Germaanse talen (Frans, Duits, Engels). Ook werden steeds meer Griekse en Latijnse woorden naar de volkstaal omgebogen zoals: Appendicitis= blinde darm ontsteking, oxigenium = zuurstof, proloog = voorwoord, inleidingsrede etc.etc.

Echter vanaf ±1750 groeide er een nieuwe tak aan de boom van de fysica = natuurkunde (Grieks phy'sis=natuur, kracht) en wel de Chemie = Scheikunde (Latijn chimia=kunde van het scheiden). Deze wetenschap introduceerde een nieuwe schrijfwijze voor bepaalde stoffen waar de scheikundige mee werkte. 
Een van die stoffen was water en de schrijfwijze werd H2O (de 2 moet iets lager staan). Deze schrijfwijze heeft zich wereldwijd doorgezet ongeacht het alfabet of tekens (Japan) dat het betreffende land gebruikt. Op de HBSen in Nederland leerde men dus voor water: Water, Eau, Wasser, Water (Nederlands, Frans, Duits, Engels) en de scheikundige schrijfwijze H2O. Het niet meer leren van Latijn en Grieks had ook nadelen. 
Als een Nederlandse wetenschapper, die de klassieke talen niet beheerste, een wetenschappelijk verhaal in het Nederlands schreef, konden Portugese of Poolse collega's dit niet lezen. 
Er kwam dus ongemerkt toch weer behoefte aan een gezamenlijke verbindende schrijftaal, maar welke? Even leek het erop dat de Franse taal het zou gaan winnen. Maar Napoleon had teveel oorlogen gevoerd en de gevoelens waren nogal anti Frans. Daarna was de Duitse taal even in opmars ook omdat de Duitse (Pruisische)  wetenschap met zijn gedisciplineerde en exacte omschrijvingen zeer gewild was bij de wetenschappers van exacte vakken. Maar Pruisen maakte ook veel oorlog en in 1871 werd Duitsland uitgeroepen dat in 1914 en 1939 oorlog maakte. Vooral vlak voor 1939 vluchtten veel geleerden (Einstein etc) uit Duitsland en daardoor zakte het wetenschappelijk aanzien van Duitsland. Dit werd nog erger toen de Duitse raketgeleerden na de oorlog gedeeltelijk in Rusland en Amerika terecht kwamen. 
Nee, het Duits viel ook af. Engeland dan, dit stond in Europa best goed aangeschreven want het had Europa geholpen tegen Napoleon (Waterloo). Engeland maakte best veel oorlog, maar dat deed het in de koloniën dus ver buiten Europa en in de eerste en tweede wereldoorlog stond het steeds aan de "goede" in ieder geval aan de winnende kant. Verder stond het qua wetenschap op hoog niveau. Echter, het was toch de reus AMERIKA die met zijn universiteiten en de voor en na de 2-de wereldoorlog geďmporteerde geleerden uit heel Europa de slag won. Publiceerde een wetenschapper iets in een Amerikaans wetenschappenlijk blad, dan was het goed en de taal was dan natuurlijk ENGELS. Zo is tegenwoordig het Engels, dé taal voor wetenschappelijke publicaties maar ontstaan uit de Amerikaanse wetenschappelijke bladen. 
Het Engels is zich nu ook aan het ontwikkelen tot een "unitaal" voor het gewone volk in Europa (iets wat het Latijn nooit gelukt is) en misschien voor het volk van de hele wereld. 
Kort gezegd: Wat voor 1500 het Latijn was, is nu het Engels. 
Moest men voor 1500, al of niet met een tolk (geestelijke) maar wel in heel christelijk Europa een klooster opzoeken voor communicatie met Latijn als brug, nu kan men in elk klein Europees dorp (van Portugal tot Hongarije) het hoofd van de dorpsschool opzoeken en vaak, eventueel in gebrekkig Engels, rechtstreeks communiceren. 
Het Engels heeft het Latijn vervangen en de dorpsscholen de kloosters (maar vroeger hadden kloosters ook vaak scholen). Waren vroeger de geestelijken een soort elite met hun Latijn nu leert menig kind al enigszins Engels op de scholen volgend op de lagere school en wordt zo "Europees" in zijn taal. Oudere lezers weten nog dat overal in het Katholieke Europa als afsluiting van de mis de Latijnse woorden: ITE, MISSA EST (gaat, bijeenkomst geweest) klonken. Zo tussen 1960 en 1970 verstomden deze woorden als laatste nagalm van het trotse Veni, Vidi, Vici (kwam, zag, overwon) waarmee  Julius Ceasar en zijn Romeinse legioenen ±100 jaar voor Christus hier binnen vielen. En hoe ziet het er over een kleine 500 jaar uit??? Dan gaat misschien alles in het Chinees en als de "Site" van Pietvantoon nog bestaat kun je misschien daarop lezen dat de recente verbindingen met Venus en Mars een groot succes zijn geworden en dat binnenkort er een site geopend wordt op de planeet JUPITER onder: CWW.Pietvantoon.Ju (kosmicwideweb.Pietvantoon.Jupiter). Wie zal het zeggen.

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX